De psycholoog in Corona-tijden

Opinie

De Corona-crisis die ons land momenteel teistert behoeft nog maar weinig voorafgaande duiding. De impact van deze nieuwe ‘realiteit’ waar we enkele weken geleden in zijn wakker geworden laat zich nagenoeg overal voelen, maar in het bijzonder binnen de gezondheidszorg. Hoe kan een beroepsgroep wiens werk zich voor een groot stuk kenmerkt door menselijk contact bewegen in een wereld waar dit nog een hele tijd uit den boze zal zijn? Op welke manier kunnen psychologen gehoor geven aan de adviezen van wetenschappers en de maatregelen uitgevaardigd door de overheid, zonder echter het contact met zorgbehoevenden te verliezen?

Dit zijn de zaken waarmee psychologen vanaf het begin van deze crisis hebben geworsteld en het is niet overdreven te stellen dat zij de afgelopen periode dan ook als bijzonder uitdagend hebben ervaren. Bovendien ziet het er niet naar uit dat het er de komende tijd gemakkelijker op zal worden. Er heerst nog heel wat onzekerheid, ook nu de exit-strategie van de Nationale Veiligheidsraad op tafel ligt en de GGZ geleidelijk aan begint aan een gefaseerde heropstart van haar activiteiten. 

Van F2F naar tele-consultaties

Een overschakeling op digitale alternatieven is vanaf de eerste dag instrumenteel geweest in het indijken van het virus. Voor de meeste mensen in de samenleving werd dit de norm. Dat dit voor psychologen in het bijzonder enigszins onwennig is geweest, zal niemand verbazen. Als “menswetenschapper-en-hulpverlener-in-één” was het niet bepaald evident om real life contact (of F2F, zoals nu overal te lezen is) met patiënten plots te vervangen door wat men ‘beeldbellen’ of ‘telewerk’ noemt.

Dat sommigen dit als (te) beperkend hebben ervaren en weigerachtig stonden tegenover deze beweging, was dan ook te verwachten. Een grote bekommernis was immers dat de overschakeling op tele-werk een impact zou hebben op de zorgverlening voor de meest kwetsbaren in onze samenleving. Dit is een oproep waar niemand het oneens mee kan zijn. De bezorgdheid voor bepaalde doelgroepen is terecht. Hoe kan je immers op een goede manier de zorgverlening aanpassen aan mensen die bijvoorbeeld niet of slechts beperkt beschikken over digitale mogelijkheden? Dit is weinig evident. Dat sommige psychologen (bijvoorbeeld deze in mobiele teams) het evenwicht tussen afstand en nabijheid de laatste weken hebben ervaren als een bijna onmenselijke spreidstand, valt best te begrijpen.

Tegelijkertijd mogen we niet vergeten dat de overschakeling naar alternatieve vormen van hulpverlening, bijvoorbeeld online of telefonisch, volledig in lijn kwam te liggen met de richtlijnen uitgevaardigd door de overheid. Psychologen moesten inzetten op een maximale continuering van zorg op zo’n manier dat een verdere verspreiding van het COVID-19 virus tot een absoluut minimum beperkt kon worden. Dit heeft altijd aangesloten met de richtlijn van de overheid om fysieke consultaties te beperken ‘waar en indien nodig’ en niet-essentiële zorg uit te stellen. Ook in de huidige exit-strategie worden tele-consultaties nog steeds aangemoedigd voor diensten waar dit mogelijk is en wordt er nog steeds een onderscheid gemaakt tussen dringende en uitgestelde zorg. Er wordt gepleit voor aanpassing en verschuiving waar nodig, uitgaande van de primaire bekommernis van de overheid, wat tot nader order het indijken van deze crisis is.

Heeft de overschakeling op tele-consultaties betekend dat onze Vlaamse psychologen bijna genadeloos de deuren van hun praktijk hebben gesloten? Hebben onze hulpverleners de afgelopen weken in grote getale de muren opgetrokken en patiënten in de kou laten staan? Nee hoor. Hoewel deze overschakeling een grote aanpassing was, zowel voor psychologen als voor patiënten, is al snel gebleken dat dit voor de ruime meerderheid (langs beide kanten) best werkbaar was. F2F-consultaties zijn niet de enige manier om zorgcontinuïteit te garanderen, zo blijkt. Zijn tele-consultaties perfect? Neen. Is de permanente overschakeling op digitale vormen van hulpverlening definitief ingezet? Bijlange niet. Maar heeft de verschuiving naar tele-werk een belangrijke rol gespeeld in het doorbreken van de verdere verspreiding van dit virus? Hier bestaat geen twijfel over. Bovendien zou het van slechte wil getuigen om de verschillende voordelen van tele-consultaties (die er óók zijn) te negeren. Het zijn alleszins leerrijke weken geweest.

Een pluim voor de Vlaamse psycholoog

Deze crisis is voor niemand eenvoudig. Eenieder van ons is op zoek naar manieren om zich aan te passen aan deze ‘nieuwe realiteit’. Het is een tijd van zoeken naar alternatieven, van wikken en wegen, aftoetsen wat kan en nodig is, met steeds de maatschappelijke verantwoordelijkheid in het achterhoofd van eenieder om te proberen dit virus in te dijken. Als psychologen wensen we het goede voorbeeld te geven, maar staan we tegelijkertijd al weken voor een enorme uitdaging: hoe kunnen we de maatregelen rond hygiëne en social distancing die worden opgelegd vanuit de overheid proberen garanderen, zonder hierbij de zorg voor patiënten los te laten? Dit is de afgelopen weken een bijzonder moeilijke evenwichtsoefening geweest waarin we allen een beetje hebben moeten tasten in het duister.

Ook voor de komende weken en maanden zal dit het geval zijn. En dat dit voor de ene psycholoog al wat moeilijker is dan voor de andere, is nogal evident. Net daarom, en dit is me de laatste weken wel duidelijk geworden, is een goed functionerende beroepsvereniging uitermate belangrijk. Ik denk dat onze Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen (VVKP) een cruciale rol heeft gespeeld in het (blijvend) kunnen omgaan met deze crisis. Ook in de ruimere samenleving zijn we tot nu toe vooral getuige geweest van een hartverwarmende golf van solidariteit en samenwerking tussen mensen en collega’s. We zitten allemaal immers in hetzelfde schuitje. Wat in deze moeilijke en onvoorspelbare tijden dan ook lijkt te primeren is de zin tot constructieve oplossingen zoeken, tot vereniging en samenwerking. Dit lijkt me maar voor de hand liggend. Niemand heeft immers de waarheid in pacht en we zijn allen zoekende om deze crisis zo goed mogelijk te beteugelen.

Ten slotte zijn het ook onze psychologen die een complimentje verdienen voor de manier waarop ze zich de laatste weken in bochten hebben gewrongen om de zorg voor hun patiënten te blijven garanderen. Het “avond-applaus” geldt wat mij betreft ook voor hen. Los van wat men denkt over tele-werk en het belang van F2F-contact, het moet worden gezegd dat talloze psychologen met de nodige creativiteit en aanpassingsvermogen in een sneltempo hebben getracht (en nog steeds trachten) te navigeren door woelig en onbekend terrein, mét hart voor hun beroep én hun patiënten. De inspanningen die tot nu toe zijn geleverd zijn alleszins niet min en ik ben alvast trots op de inzet en het aanpassingsvermogen van mijn collega’s. 

Een dikke pluim voor de Vlaamse psycholoog.

Steven Joris, klinisch psycholoog & psychodiagnosticus.