Risicolezers zijn kinderen die extra aandacht nodig hebben bij hun leesontwikkeling. Zonder interventie beginnen zij met minder kansen of vaardigheden aan de leesstart. Hierdoor lopen ze een reëel risico om al vanaf de start van het eerste leerjaar achterop te raken of om leesproblemen te ontwikkelen. Gelukkig zijn risicolezers al in de kleuterklas te herkennen, waardoor ze goed ondersteund kunnen worden in hun voorbereiding op het leesonderwijs.
Thomas More deed onderzoek naar signalen voor toekomstige leesproblemen en kon er 10 onderscheiden.
Familiale aanleg
Ongeveer een derde van de kinderen met een ouder met dyslexie, heeft zelf dyslexie. De kleuter heeft een (groot)ouder of broer/zus met leesproblemen.
Gehoor, zicht, geheugen
Hoe groter het gehoor- of oogprobleem, hoe groter de invloed op de leesontwikkeling.
Ook een goed geheugen speelt een belangrijke rol. De kleuter heeft problemen met horen, zien of onthouden.
Snel benoemen
Snel benoemen is een sterke voorspeller voor later leessucces. De kleuter benoemt een reeks gekende kleuren, prenten of symbolen niet snel.
Taalbewustzijn
Rijmen en het manipuleren van klankgroepen zijn belangrijke voorbereidende leesvaardigheden. De kleuter heeft het lastig met spelen met en nadenken over taal (klanken, woorden en zinnen los van hun betekenis).
Letterkennis
Letterkennis is een sterke voorspeller voor leessucces. De kleuter herkent geen of maar een paar letters.
Fonemisch bewustzijn
Het horen en herkennen van klanken is essentieel om te leren lezen. De kleuter hoort geen losse klanken in woorden (bv /v/ in ‘vis’).
Mondelinge taal
Mondelinge taalvaardigheid is een belangrijke basis voor de latere leesontwikkeling. De kleuter heeft moeite met de mondelinge taal, in de moedertaal en/of in het Nederlands; is moeilijk verstaanbaar, heeft moeite met het begrijpen en/of gebruiken van woorden en zinnen, of kan een kort verhaal moeilijk volgen of vertellen.
Interesse
Interesse voor geschreven taal motiveert een kind om te leren lezen. De kleuter is niet nieuwsgierig naar klanken, letters of boeken.
Begrip van geschreven taal
De manier waarop kleuters alsof- schrijven kan moeilijkheden met beginnend lezen voorspellen. De kleuter weet weinig over het doel en de elementen van geschreven taal. Hij experimenteert niet of weinig met ‘alsof-lezen of -schrijven’. In zijn krabbels zie je nog geen kenmerken van zinnen, woorden of letters. In de 2e kleuterklas zijn deze signalen minder alarmerend.
Kansen
Kleuters met minder kansen staan vaak minder ver in hun leesontwikkeling. De kleuter heeft van thuis uit minder kansen en materialen.
Hoewel niet alle signalen ’trainbaar’ zijn kan preventief worden ingezet of specifieke vaardigheden om leesproblemen te voorkomen bij de logopedist.
Logopedie in Brasschaat
Neurologopediste Asmita Upadhyaya behandelt naast volwassenen met communicatieproblemen ook kinderen met taalproblemen of -stoornissen (woordenschatuitbreiding, zinsbouw, pragmatische vaardigheden, pre- en vroegverbale communicatieve functies, ondersteunde communicatie). Zij geeft ook oromyofunctionele therapie (OMFT); het afleren van afwijkende mondgewoonten zoals open mondgedrag, foutief slikken, duimzuigen, nagelbijten… Ook voor het aanleren van correcte articulatie kan uw kind bij haar terecht. Maak een eerste afspraak.
Logopedie in Zoersel
Voor logopedie in Zoersel kan je terecht bij Leonie Kenis. Zij behandelt naast bovenvermelde problematieken ook leerproblemen (lezen, spellen en rekenen) en leerstoornissen (dyslexie, dysorthografie en dyscalculie). Meld je aan voor de wachtlijst.
