Vaak leeft het idee dat er tijdens een therapiesessie enkel gepraat wordt. Therapeuten gebruiken soms ook andere invalshoeken, andere vormen van communicatie en materialen dan louter het verbale. Hier bieden we een inkijk in het werken met popjes in therapie. Popjes bekijken we hier als representaties van ‘het zelf’, van delen van ‘het zelf’ of van belangrijke anderen die ons toelaten om abstracte dynamieken zichtbaar en concreet te maken.
Opstellingen met popjes (Duplo, kleine houten popjes, fantasiefiguurtjes,…) werd oorspronkelijk bedacht door Marleen Diekmann-Schoenmaker (1949-2007) in het werken met vluchtelingen en noemde het ‘een taal erbij’. Het geeft aan therapeut en cliënt iets heel concreet om mee aan de slag te gaan. Met popjes zet de cliënt letterlijk zijn situatie in beeld. Het gaat zo uit het hoofd naar een concrete vorm. Dit kan verheldering geven door de afstand die het creëert en door de indruk die het beeld uitoefent. Situaties kunnen zo heel indringend binnenkomen en tegelijkertijd helderheid en afstand geven die nodig is om er niet mee samen te vallen. Niet mee samenvallen en er tegelijkertijd nog beter contact mee kunnen maken. Om het van verder te bekijken (letterlijk en figuurlijk), om het wat ruimte te geven. Maar evengoed om iets dat weggestoken was terug zichtbaar te maken. Opstellingen met popjes kan tevens helpen als de cliënt of de therapeut vastzit, of als de cliënt geen woorden meer heeft.
Het is tevens een uiterst helpende methode om ‘subpersonen’ te leren kennen en te integreren. Subpersonen hebben we allemaal, het zijn de verschillende kanten of aspecten van onszelf, zoals bijv. de pleaser, de clown, het brave meisje, het innerlijke kindje,… Subpersonen verschillen per persoon maar er zijn ook subpersonen waarover we allemaal beschikken, zo heeft iedereen bijvoorbeeld wel een innerlijk kind en een innerlijke criticus. We hebben ook allemaal primaire subpersonen waarmee we ons identificeren en waarvan we dus zeggen ‘dat ben ik’, bijvoorbeeld ‘de harde werker’ en we hebben ook allemaal verstoten subpersonen, kanten van onszelf die er wel zijn maar die we van onszelf niet toelaten. Zij kunnen beschouwd worden als ‘niet-ik’. Popjes kunnen dan helpen om die verschillende kanten in onszelf te ontdekken, ze te integreren in onze persoonlijkheid en er tegelijkertijd afstand van nemen. Zo kan er geleerd worden om in een bepaalde situatie te kunnen kijken naar alle kanten van onszelf die we kunnen inzetten of net niet. Zo kunnen we vanuit die afstand vrijheid krijgen in ons gedrag en in vrijheid kiezen tussen alle aspecten van onszelf. Zonder dus met één kant bijvoorbeeld altijd te hoeven samenvallen.
Een echte aanrader!
Heb je het gevoel dat je vast zit en kan je hier wel hulp bij gebruiken? Neem dan contact op met onze therapeuten. Voor verdere vragen kan u ons ook steeds hier contacteren.