Wanneer je iemand vraagt hoe het met ze gaat en het antwoord is niet wat je verwacht, wees dan niet te snel met ‘goede raad’ die bestaat uit het afschieten van die donkere gedachten, schrijft student Jan Costers.
Een bijna nonchalante vraag van een therapeut. En dat sommigen daar al over nagedacht hebben, lijkt me waarschijnlijk. Maar of velen positief zouden antwoorden? Nee, dat niet.
Zelfmoord. Nee, we zeggen liever ‘zelfdoding’ of ‘zich van het leven beroven’. Maar het liefst van al zeggen we niets. Want het is nog steeds taboe om dit onderwerp aan te snijden. Als ik zelf aangeef bij vrienden dat die gedachten soms opkomen, is het antwoord steevast ‘zeg zo’n dingen niet!’ De therapeut geeft bij die titelvraag ook meteen aan dat dit een vraag met alarmbellen is. En dat is terecht, maar dan moeten we de vraag wel durven stellen. En ook bereid zijn om te luisteren naar het antwoord.
Want die donkere gedachten – zoals we die dan zo eufemistisch noemen, alsof het een donderwolk betreft die wel weer zal overwaaien – hebben veel mensen. En op die gedachten staat ook geen leeftijd. Op het uitvoeren van die gedachten helaas ook niet. Nog geen week geleden verscheen het bericht dat een bejaard koppel zich van een flatgebouw geworpen heeft. Een dag later krijgen we te horen dat een twaalfjarige jongen zichzelf heeft opgehangen. Even slikken.
Maar iedereen weet dat een probleem negeren het niet zal oplossen. Toch is dat wat we doen. Wanneer kinderen in het middelbaar aankomen, leren we ze hoe seks in elkaar zit en hoe we veilig kunnen vrijen. Omdat we weten dat de Amerikaanse manier van het pleiten voor seksuele onthouding niet werkt. Dat we kinderen moeten onderwijzen, want die seks hebben ze toch. Waarom doen we dat dan niet voor mentale gezondheid? Want die donkere gedachten zullen er ook komen. En ze dan vertellen dat ze zo niet mogen denken, gaat hen niet verder helpen.
Dit is geen pleidooi voor zelfmoord, maar een pleidooi voor het gesprek daarover.
Ondanks de huidige tijdgeest die vrije meningsuiting predikt en prat gaat op de persoonlijke vrijheid, heerst het stigma over mentale problemen nog met ijzeren hand. Mensen die lijden aan een depressie moeten ‘harder proberen om erover heen te geraken’. Mensen die gepest worden, moeten hun mannetje leren staan. En als we de mensen op internetforums mogen geloven is iedereen die uit het leven stapt zowel laf als egoïstisch. Omdat ze enkel aan zichzelf denken. En daarbij, wat je problemen ook zijn, zelfmoord is toch het antwoord niet?
En dat geef ik – in de meeste gevallen – ook grif toe. Maar een optie is het wel, hoe graag mensen ook beweren dat dat niet zo is. Wat de oorzaak voor die donkere gedachten ook mag zijn – pesterijen, liefdesverdriet, identiteitscrisissen, verlies van een job – het is altijd een optie. Waar we echter voor moeten zorgen is dat het voor mensen niet de enige optie wordt. Dat doen we om te beginnen door het onderwerp op zijn minst bespreekbaar te maken. Dit is geen pleidooi voor zelfmoord, maar een pleidooi voor het gesprek daarover.
Wanneer je iemand in het vervolg dus vraagt hoe het met ze gaat en het antwoord is niet wat je verwacht, wees dan niet te snel met ‘goede raad’ die bestaat uit het afschieten van die donkere gedachten. Erken ze juist en wees begripvol. Probeer een luisterend oor te zijn en in een open gesprek tot de kern van het probleem te komen. En als het nodig is, neem contact op met professionele begeleiding. Er gewoon zijn voor iemand betekent vaak meer dan je denkt. En wie weet, misschien red je er iemands leven mee.
Vragen over zelfdoding? Dan kan je steeds bellen naar de zelfmoordlijn op 1813 of lees er hier meer over. Wenst u graag proffesionele begleiding neem dan contact op met één van onze psychologen/ psycotherapeuten. In Brasschaat: Caroline, Tom of Samantha. In Zoersel: Vera, Elke, Nathalie of Sophie.
Bron: Knack Geschreven door Jan Costers. Jan is student Taal- en Letterkunde. Deze opinie verscheen eerder in het Leuvense studentenblad Veto. Afbeelding © iStock