Bij een onvervulde kinderwens gaat de aandacht vaak naar de vrouw. Verdriet van mannen wordt onderschat. Het Kinderwens Expertisenetwerk wil het taboe doorbreken en lanceert voor het eerst een week van de wensvader. Twee mannen getuigen.
VEERLE BEEL, FOTO’S TITUS SIMOENS
‘ER IS TE WEINIG AANDACHT VOOR HET ROUWPROCES’
Peter Degand(43) uit Menen is psychiatrisch verpleger en engageert zich voor de PvdA. Hij is getrouwd met Emmy (36). Vijf jaar lang probeerden ze vergeefs hun kinderwens te vervullen. ‘Individuele problemen worden draaglijker als er maatschappelijk meer begrip voor is.’
Peter Degand.
‘We wisten snel dat we samen kinderen wilden, maar het lukte niet vanzelf. Ik ben naar een androloog gegaan voor een vaatbehandeling en heb extra vitamines geslikt. Drie fertiliteitsbehandelingen bleken vergeefs. Vrienden van ons waren al bezig met adoptie en wij zijn eind 2011 ook aan dat traject begonnen. Drie jaar lang hebben we op de wachtlijst gestaan. We zijn tot op de 26ste plaats geraakt.’
‘In 2015 deden zich problemen voor met adoptie in Ethiopië. De samenwerking met Vlaanderen viel helemaal stil. Wat moesten we doen? Overschakelen naar een ander land en weer achteraan op de wachtlijst gaan staan?’
‘We hadden al duizenden euro’s geïnvesteerd, we waren naar veel vormingen geweest, over hoe je kroeshaar ontwart en hoe je omgaat met tropische ziekten. Het lange wachten werd ons te veel. Onze kinderwens is niet gestopt, maar we aanvaarden dat er geen kinderen meer zullen komen.’
Engagement
‘Onze kinderwens is niet gestopt, maar we aanvaarden dat er geen kinderen meer zullen komen’
‘We zullen geen kinderen groot zien worden. Niet met ze spelen, ravotten, naar ze luisteren, samen naar optredens gaan of hen naar de jeugdbeweging zien gaan. Het zou me wel benieuwd hebben wat zij gedaan zouden hebben met het engagement dat ik ook van mijn ouders heb gekregen. We hebben nu een hond, maar dat is niet hetzelfde.’
‘Veel stellen in onze situatie gaan door zwaar weer. Wij zijn gelukkig blijven babbelen. Ik niet altijd genoeg, want Emmy vond soms dat ik niet geïnteresseerd leek. Het verbaasde haar dat ik, als verpleger, niet veel vragen stelde bij de dokter.’
‘Ik was in mijn hoofd met andere zaken bezig: hoe we in die situatie beland waren, of de milieuvervuiling misschien mee oorzaak was en wie daarvoor dan verantwoordelijk was? Mijn kinderwens was even groot, maar ik ging er toch net iets anders mee om.’
Zorgen om later
‘Ook vandaag nog: mijn vrouw heeft geen broer of zus. Zij maakt zich zorgen over later, als haar ouders er niet meer zijn en ik misschien ook niet. Het gaf haar een nieuw perspectief te weten dat ze meter mocht worden van het kind van mijn broer. Toen mijn schoonzus plotseling overleed, en het ongeboren kind ook, werd ons verdriet weer op scherp gesteld… Ik had het haar zo gegund.’
‘In de zorg wordt je vruchtbaarheidsprobleem nooit in een breder kader gezien. Je wordt telkens begeleid vanuit een subspecialisatie, en ook de adoptiedienst is er “alleen voor het kind”. Er gaat weinig aandacht naar hoe je dit als koppel ervaart en naar het rouwproces dat je doormaakt.’
Uit de taboesfeer
‘Die aandacht heb ik wel gevonden bij het Kinderwens Expertisenetwerk. Ik vind het goed dat zij uitleg gaan geven in de scholen, zodat het onderwerp uit de taboesfeer wordt gehaald. Samen met hen wil ik er iets collectiefs van maken. Individuele problemen worden draaglijker als er maatschappelijk meer begrip voor is.’
‘Een voorbeeld: velen van ons blijven noodgedwongen werken. Dat is een voedingsbodem voor burn-outs. Voor ouders zijn er allerlei verlofstelsels. Dat is meer dan oké. Ik ben daar niet jaloers op, maar ik zou ook weleens wat tijd willen om stil te staan bij wat ons de voorbije jaren is overkomen.’
Meer info vindt u op de website kinderwens.org
‘IK HEB ER VREDE MEE. OP DE MEESTE DAGEN TOCH’
Jan Mertens(53), voorzitter van Groen Leuven en ambtenaar bij de federale raad voor Duurzame Ontwikkeling, weet nog precies waar en wanneer hij besefte dat hij kinderen wilde. Maar het leven is anders gelopen. ‘Ik praat erover, zodat het verdriet mij niet overmeestert.’
Jan Mertens.
‘Ik heb een enorm rijk leven. Ik heb fantastische mensen om mij heen, geweldige vriendinnen, altijd boeiend werk gehad. Ik heb veel gelezen, veel gestudeerd, ben met muziek en kunst bezig. Maar soms lijkt het zo weinig in vergelijking met het hebben van kinderen. Ik schroom een beetje hierover te praten, omdat mijn verhaal er geen is van zwanger proberen te worden en fertiliteitsbehandelingen die niet lukken. Ik ben alleen en dat is voor het grootste deel van mijn leven zo geweest.’
Niet willen forceren
‘Vroeger vroeg ik vriendinnen hoe zij wisten dat ze kinderen wilden. Maar Jan, zeiden ze, zoiets weet je niet, zoiets voel je. Ik herinner me precies waar en wanneer ik het voelde. Het was op een zaterdagmiddag, rond drie uur, bij mij thuis in de zetel. Ik was 26 en ik voelde het. Om allerlei redenen is het er nooit van gekomen. Ik zou daar van alles over kunnen vertellen. Ik houd het bij: het leven is gewoon zo verlopen.’
‘Ik heb wel enkele partners gehad, maar we zijn nooit dicht bij het realiseren van die kinderwens gekomen. Ik heb het nooit willen forceren. Ik vind het makkelijker om de tragische dimensie van het leven te aanvaarden dan op een plek terecht te komen waar alles kan, en alles bijgevolg een recht wordt. Het blijft dus een verdriet, niet meer dan dat, maar ook niet minder. Officieel heb ik er vrede mee. Op de meeste dagen toch.’
Een brief aan Julia
‘Als je kinderen hebt, bepalen zij mee hoe je leven loopt. Ik heb zelf zin aan mijn leven moeten geven’
‘In mijn hoofd heb ik een dochter. Ik noem haar Julia, naar mijn grootmoeder. Ik zou haar graag in de armen van mijn grootmoeder hebben gelegd, om de cirkel rond te maken. Mijn oma is overleden toen ze 97 was. Ik praat erover, om te verhinderen dat het verdriet mij overmeestert.’
‘Ik heb mijn imaginaire dochter ooit een brief geschreven, en ik noem haar soms in de columns die ik voor Mo* schrijf. Zoals vorige maand, in mijn column over de klimaatmars in Brussel. Mijn ecologische engagement is er in de eerste plaats voor de volgende generatie.’
‘Ik geef veel lezingen over ecologie en altijd zit er wel een zurige man op de hoek van de tweede rij, die na afloop zijn hand opsteekt en zegt: u heeft het niet over de overbevolking gehad! Dan is het soms moeilijk om rustig te blijven. Als tiener ben ik een tijdlang heel kwaad geweest op de wereld. Ik stelde me toen voor dat mijn kinderen later zouden vragen wat ik had gedaan om de wereld te verbeteren. Daarin schuilt mijn grote band met kinderen en jongeren vandaag, en die band is me heel dierbaar.’
Goede papa
‘Mijn zus heeft vier kinderen en ik heb het voorrecht om ook iemand te mogen zijn voor de kinderen van enkele goede vriendinnen en voormalige geliefden. Het doet deugd als we elkaar een tijdje niet gezien hebben en ze dan zeggen dat ze me gemist hebben. Of als ze me vertellen hoeveel de boeken of cd’s die ik ze als kind heb gegeven, voor hen hebben betekend. Het is mooi als mensen zeggen dat ik een goede papa zou zijn geweest. Ik ben graag bij kinderen en jongeren. Ik houd sowieso van mensen.’
‘Als je kinderen hebt, bepalen zij voor een stuk mee hoe je leven loopt. Ze delen je tijd in en bepalen je leeftijd: ineens ben je oud, want je kinderen zijn groot. Je wilt er soms liever aan ontsnappen, maar tegelijk is het makkelijk, want je maakt deel uit van een groter geheel. Ik heb het allemaal bij elkaar moeten fantaseren. Ik heb zelf zin aan mijn leven moeten geven.
Dit artikel werd overgenomen van www.standaard.be.
Voor gespecialiseerde begeleiding kan u terecht bij Chris Van Gaver.