Een belangrijk onderdeel van de psychoanalytische therapie is het concept van het onbewuste: datgene wat zich binnen in ons afspeelt zonder dat we het bewust beseffen. Ik leg kort uit hoe ons onbewuste zich juist vormt, op welke manier het zich kan uiten in ons leven en tot slot sta ik stil bij de rol van het onbewuste in therapie.
Een deel van ons onbewuste wordt gevormd door vroegkinderlijke ervaringen. Voor (ongeveer) ons 3e levensjaar herinneren we ons niets bewust: dit wordt ook wel eens kinderamnesie genoemd. Toch wil dit niet zeggen dat we er niets van meenemen. We doen namelijk wel ervaringen op zonder dat we er toen woorden voor hadden; we doen dit op een meer basaal niveau. We zagen dingen gebeuren, voelden dingen aan die we toen niet begrepen, maar we nemen ze wel ergens op, namelijk in het onbewuste.
Daarnaast bevinden zich in het onbewuste ook die zaken die ons overkomen, maar die we terug willen wegduwen, die we op dat moment misschien niet kunnen dragen en ze daarom (soms ook bewust) willen verdringen – althans dat proberen we. Soms lukt dit, en herinneren we het ons ook effectief niet meer (wat trouwens niet wil zeggen dat de herinnering eraan ook effectief verdwenen is), soms blijft het zich echter uiten in het dagelijks leven, ook al weten we dan niet meer wat zich dan juist uit. Een klein voorbeeld om dit wat duidelijker te maken: zo heb je bijvoorbeeld eens een gesprek opgevangen tussen je ouders, waarbij je hoorde dat je moeder je vader beschuldigde van vreemdgaan. Je wilt dit eigenlijk niet weten, doet alsof je het niet hebt gehoord, duwt het weg. Een tijdje later kan je bijvoorbeeld van jezelf merken dat je plots zelf begint te roepen op je vader, om iets heel kleins dat eigenlijk niet echt belangrijk is. Je kan niet goed vatten waarom je er zo heftig op reageert. We zouden dan kunnen stellen dat je (onbewust) kwaad was op je vader, dit echter niet meer besefte, en het zich dan plots daarin uit.
Ons onbewuste uit zich in heel veel dingen van ons dagelijks leven. We zouden zelfs kunnen zeggen, in alles wat we doen. Enkele voorbeelden:
Veel van de keuzes die wij maken gebeuren onbewust. Bijvoorbeeld de keuze voor onze partner. Iets in ons drijft ons naar een bepaald persoon. We kunnen dit rationeel bekijken: hij voldoet aan bepaalde eisen die ik opleg, maar er is altijd een stuk dat we niet kunnen benoemen. Een gevoel, een gewaarwording in ons lichaam dat ons zegt: “dit is het”. We kunnen ons daar soms in vastgezet voelen: bijvoorbeeld “Ik lijk steeds voor een partner te kiezen die me niet helemaal juist behandelt”, we begrijpen niet goed hoe dat komt. Is het toeval dat ik juist hen telkens tegenkom? Trek ik de foute personen aan? Ook dit wordt vaak gestuurd door ons onbewuste: iets dat we hebben meegemaakt, een bepaald patroon dat we gewoon zijn dat ons er telkens terug naartoe drijft. Freud noemt dit ook wel “herhalingsdwang”.
Een ander domein waar we ons onbewuste duidelijk in terugvinden is in onze dromen. Tijdens onze slaap is de barrière tussen bewust en onbewust even ‘verdwenen’, of staat de deur tussen beide tijdelijk op een kier. In onze dromen komen dan bepaalde beelden/ideeën/metaforen naar boven die we in ons onbewuste meedragen. Vandaar dat in de psychoanalytische therapie vaak met dromen wordt gewerkt: het is een van de weinige rechtstreekse ingangen tot ons onbewuste.
Iets wat in therapie vaak wordt opgemerkt is dat men wel wéét waar het probleem ligt, weet wat er zou moeten veranderen, maar dat iets hen daarin tegenhoudt, dat het desondanks toch niet lukt. We kunnen bepaalde dingen bewust beseffen (bijvoorbeeld: ik weet dat het oké is om soms ‘nee’ te zeggen), maar er is vaak nog een andere kant, een gevoel dat ons iets anders lijkt te vertellen (bijvoorbeeld: maar als ik het doe voel ik me heel erg schuldig). Datgene dat ons tegenhoudt kunnen we benoemen als het onbewuste. Hoe vaak we ook proberen tegen onszelf te zeggen dat we ons niet schuldig hoeven te voelen als we een bepaald aanbod afwijzen, onbewust is er toch iets wat je daar vervelend bij doet voelen. Zoeken naar wat dat gevoel dan juist veroorzaakt, dit proberen te begrijpen, er inzicht in te krijgen, kan vaak helpen om er ons van los te kunnen maken.
Vanuit de psychoanalyse wordt over symptomen (bv. migraine, slaapproblemen, piekeren, paniekaanvallen, angst, verslaving,…) gedacht als iets dat ons onbewuste uitdrukt. Door proberen te begrijpen wat dit symptoom betékent, door het te ontrafelen, kunnen we het symptoom dan ook opheffen. Dat is dan ook de doelstelling van een psychoanalytische therapie. In Freud zijn woorden: “Onze therapie bestaat hierin dat zij wat onbewust is, omzet in bewust materiaal en zij heeft alleen succes wanneer het haar gelukt is deze omzetting tot stand te brengen.” (Freud, 1918, pp. 274). Volledig zullen we ons onbewuste uiteraard nooit kennen (en maar goed ook misschien…). Wel heeft therapie op oog datgene bewust te maken waar men in vastzit; inzicht te geven in datgene waar men telkens opnieuw lijkt tegenaan te lopen.
Wil je graag begeleiding vanuit een psychoanalytisch kader, maak dan een afspraak bij Vera Wouters, klinisch psycholoog en psychoanalytisch therapeut i.o.
Bronnen:
Freud, S. (2017). Inleiding tot de psychoanalyse (24e editie). Amsterdam, Nederland: Uitgeverij Wereldbibliotheek.
Stroeken, H. (2013, 23 september). Onbewust/het onbewuste. Psychoanalytisch Woordenboek. https://www.psychoanalytischwoordenboek.nl/lemmas/onbewust-het-onbewuste/